26 april 2020

Stichting 100 jaar

Jan Mankes

15 oktober 2020

Monique Bosch schreef een kort artikel dat in de lokale kranten verscheen

De Paarden van Mankes

 

 

EERBEEK – Stichting 100 jaar Jan Mankes organiseert in 2020 allerlei activiteiten om het 100e sterfjaar te herdenken van deze bijzondere plaatsgenoot. Dankzij de brieven van Mankes is al veel bekend over deze schilder. De Stichting hoopt via een oproep in deze krant in contact te komen met mensen die aanvullende informatie kunnen geven.

Ja dat is een grappige geschiedenis; een ander ik, die sigaren bestelde bij den Heer Pauwels. En hoe komt dat nu zoo? Weet, dat ik mijn plannen (die ik reeds jaren had) aan het uitvoeren ben, en, ik dagelijks te vinden ben in smoorlijke hitte sjouwend achter werkpaarden. Voerlui, sjouwerlui, schippers, zijn nu mijn vrinden en ze moeten dat blijven. Vandaar dat ik als goed vrind de kleine cadeaux ga uitdeelen, die of liever qui entretiennent l’ amitié. Een sigaar is daarvoor bij uitstek geschikt. Ze zijn grappig en eenig de vrinden en wat zijn de paarden mooi. Aan het kanaal wordt permanent turf geladen en elk paard staat een half uur stil, waarna er weer een ander in zijn plaats komt. Zondags of ’s avonds laat kan ik bij hun thuis terecht en daarbij is er nog een wit paard bij de molenaar dat ik vandaag had en dat lijkt op de paarden van Dupont. Een lange studie zonder iets te maken is dus aan het beginnen.

Bovenstaand citaat komt uit een van de vele brieven die de kunstschilder Jan Mankes schreef aan zijn goede vriend en sigarenhandelaar de heer Pauwels. Mankes woonde van 1916 tot aan zijn overlijden in 1920 in Eerbeek en op die dinsdag 19 juni 1917 schreef hij dat hij met de bestudering van paarden begonnen was. Deze werkpaarden trokken vooral bij ondiepe stukken de turfschepen via de jaagpaden langs de kant, maar werden ook ingezet om de vracht te lossen. Mankes doelde hier op het Apeldoorns kanaal dat was gegraven omdat de IJssel, bij lage en hoge rivierstanden, zeer moeilijk te bevaren was wegens onvoldoende vaardiepte en sterke stroom. Aan het kanaal werd geen turf geladen, maar werd turf gelost en ter plekke verkocht. Deze turf werd aangevoerd vanuit de Drentse veenkoloniën in zeilende turfschepen en pramen. Gedurende de zomer van 1917en daarna maakte Mankes tekeningen, etsen en het schilderij “Wit paard”.

Oproep: Wie heeft er in de familie herinneringen aan de “voerlui, sjouwerlui en schippers” van de trekschuiten in het kanaal? Zijn er foto’s, brieven of anekdotes over deze mensen, de trekschuiten, de paarden of ‘het witte paard bij de molenaar’ bekend? En misschien zelfs verhalen die met Jan Mankes zelf te maken hebben? Uw reactie kunt u sturen aan: Janmankes-100jr@hotmail.com

Op de oproep in het Brummens/Eerbeeks Weekblad kwam een leuke reactie binnen:

.

Het schilderij ‘Wit Paard’ van Jan Mankes speelde een rol in het leven van mijn grootmoeder (opoe) Grietje de Jonge-Clobus en ook in het leven van mij, Jan de Jonge jr., als laatste schipper op het Apeldoorns-Dierens Kanaal. Opoe was schippersvrouw naast haar man Jan de Jonge, in Groningen op de ‘Maria’ (zie foto). Zelf liep zij vaak in de jaaglijn, maar soms werd er een scheepsjager ingehuurd en zelf hebben ze ook een paard gehad. Zij leefde van 1903 tot 1979. Opoe had een reproductie van het schilderij ‘Wit Paard’ van Jan Mankes en wij noemden het altijd ‘Het peert van Opoe’. Ze had – om onbekende redenen – de achtergrond groen beschilderd, maar de afbeelding bleef duidelijk herkenbaar als het schilderij van Jan Mankes. Toen ze overleed, kwam de afbeelding in ons bezit. Zo speelde het ‘Wit Paard’ al een rol in het leven van mijn familie in Groningen, zonder dat bekend was dat het in Eerbeek was geschilderd, waar mijn vader Jan de Jonge en ik sinds de zestiger jaren op het Apeldoorns-Dierens Kanaal voeren.